Met een goede mentale gezondheid voorkom je een burnout
Van ziektebestrijding naar veerkrachtvergroting
Met een goede mentale gezondheid voorkom je psychische ziektes als burn-out, depressie, psychoses, eetstoornissen, etc.. De verwaarlozing van onze mentale veerkracht is de hoofdoorzaak van de oprukkende mentale ongezondheid in Nederland. We ervaren allemaal naast ‘ups’ ook de ‘downs’ van het leven; niet eerder was het mentale lijden zo groot, mede door de covid pandemie. Begrijpen we dit mentale lijden werkelijk? En ‘behandelen’ we het wel op de juiste wijze? Prof. dr. Jim van Os (hoogleraar psychiatrie, auteur en divisievoorzitter UMC Utrecht) neemt ons mee in de wondere, bijna filosofische wereld van ‘mind’, ‘health’ en bewustzijn tijdens deze 51e Masterclass van Mind&Health.
“Mentaal lijden is alom aanwezig.”, trapt Jim de avond af, ”Begrijpen we het echter werkelijk? Lichamelijke ziekten treffen vooral de ouderen onder ons; het falen van de mentale gezondheid vooral jongvolwassenen en jongeren die volop bezig zijn met studie en werk.” Mentaal lijden staat in de top 3 van oorzaken van arbeidsongeschiktheid. Steeds vaker zijn het jongeren en kinderen die hierdoor uitvallen en aankloppen bij de geestelijke gezondheidszorg. Het aanbod in de psychische zorg is sinds 2006 met 300% toegenomen, en ook de inname van medicatie laat een stijgende tendens zien. Hoe kunnen we preventief aan mentale weerbaarheid werken en wat is ervoor nodig om deze te bevorderen?
“Eigenlijk is het vreemd dat we onze mentale gezondheid als vanzelfsprekend ervaren”, vindt Jim, ”Iedereen is ervaringsdeskundige. We voelen soms dat we psychisch lijden en dat we daar verandering in aan willen brengen. Wat we dan vaak doen, is, ofwel het thema reduceren tot het brein of de ziekte; ofwel we zeggen tegen mensen die lijden ‘je moet dit of dat doen en dan komt het goed’. Maar wat IS mentale gezondheid nu precies? En wat is de relatie tussen deze twee componenten: ‘mind’ en ‘health’?
Minds at work
Het is een ingewikkeld thema waar veel over geschreven is. Soms op het filosofische af. Jim neemt ons mee in de boeiende ontrafeling van ‘minds at work’. Hoe treden die in contact met elkaar? In wezen is eenieder in zichzelf opgesloten. Neem nu eens ‘mind at work’ in de gezondheidszorg: twee mensen in gesprek vinden doorgaans niet hetzelfde belangrijk. Beiden willen vaak iets totaal anders uit het gesprek halen. De professional vindt vaak het brein het belangrijkste en hij/zij zal de patiënt vaak gelijk meenemen naar symptoomreductie wanneer er sprake is van psychisch lijden. Terwijl de patiënt veelal iets anders belangrijker vindt en zich bijvoorbeeld afvraagt ‘hoe kan ik een betekenisvolle bijdrage blijven leveren ondanks mijn gevoel van kwetsbaarheid en lijden”. De patiënt neemt namelijk naast zijn klacht ook zijn mensheid en passie mee in dat gesprek. Waarom denken we in zo’n contact dan toch altijd louter aan het brein, vraagt Jim zich af, want het gaat er om wat de patiënt belangrijk vindt.
Ons brein de navigator
De uitdaging voor ons brein is op dusdanige wijze om te gaan met alle informatie die tot ons komt dat we ons aan kunnen passen aan de omgeving. Het helpt ons om in uitermate complexe materie te navigeren, aldus de ‘theory of mind’ (i.e. Theory of mind (ToM) is een populaire term binnen de psychologie en beschrijft hoe goed een persoon in staat is tot empathie en tot begrip van het perspectief van andere mensen. Dit vermogen brengt het besef mee dat de eigen opvattingen, verlangens en emoties verschillen van die van een ander.).
We hebben notie nodig van onszelf en van anderen om te kunnen overleven. Het bijzondere is dat we ook een theorie hebben over de ‘mind’ van de ander; we krijgen een indruk wat die ander denkt. Op deze manier kunnen we onze omgeving duiden en betekent een ontmoeting van mensen niets anders dan een uitwisseling van sociale cognitie. Dit vraagt wel oprechte interesse in de ander. Ben je niet gewend dit te doen of vind je het moeilijk echt open te staan voor een ander en in verbinding te komen, dan kan dit heel veel energie kosten.
Wij zijn allen toekomstvoorspellers
“Je mind ervaart een constante worsteling tussen de eigen verwachtingen en dat wat daadwerkelijk naar je toekomt via je zintuigen. Die eigen verwachtingen zijn heel sterk: we zijn allemaal toekomstvoorspellers. Toekomst voorspellen doe je op basis van je verwachtingen plus een bulk aan ervaringen die je al hebt opgedaan over je (sociale) omgeving. Maar liefst 95% van onze waarnemingen van de representatie van de sociale wereld om ons heen komt voort uit onze verwachtingen; slechts 5% komt via de zintuigen binnen die meer feitelijk gebaseerd zijn. Onze representatie van de sociale wereld is daarmee dus niet neutraal en niet zonder gevoel. We hebben altijd een bepaald gevoel bij wat we waarnemen, alleen zijn we ons daar niet altijd bewust van.”
Hoe iemand zich verhoudt tot zichzelf, de ander en de wereld is een hele belangrijke levensles waarin we eigenlijk gedoceerd zouden moeten worden. Want als je dit beter kunt duiden, dan heb je ook een betere indruk van zaken en kun je andermans percepties beter invullen. Zo ontstaan er betere verbindingen.
Bewust ‘zijn’ is emotioneel gereguleerd
Bewustzijn, ofwel bewust ‘zijn’, is complex. Wat is dat nu eigenlijk: stel je het gelijk aan je mind? “Je mind is een affectieve beweging naar de toekomst. Het is het bewegen van je gevoel terwijl je de toekomst aan het voorspellen bent in tijd en ruimte”, legt Jim uit, ”Deze gevoelsfluctuaties lijken ons bewust te maken. Je kunt dus stellen dat het karakter van het bewustzijn emotioneel/affectief is. Zo zijn er kinderen die geen hersenen hebben. Toch herkennen zij hun ouders, hebben hen lief en zijn zich heel bewust van die ander. Dit is een heel wreed natuurexperiment, maar het laat wel zien dat het bewustzijn emotioneel gereguleerd is”, aldus Jim. ”Doordat we continu duidelijk aan het voorspellen zijn, ontstaat er op die manier een notie van onszelf in de sociale wereld. Bewust ‘zijn’ is een beweging. Het liefste ervaren we louter positieve mindstates. Echter, die (her)ken je alleen als je ook negatieve mindstates hebt. Dat is de fluctuatie in het leven.”
In het westen denken we nog altijd dat we worden bestuurd door ons brein. Een burn-out noemen we een hersenbeschadiging; schizofrenie noemen we een hersenstoornis; en een verslaving een hersenziekte. We schrijven een pil voor en bestrijden zo de symptomen. Maar er is veel meer over te zeggen en feitelijk is er maar weinig bewijs dat deze denkwijze correct is. Deze denkwijze maakt het stigma van psychisch lijden alleen maar groter is Jim van mening. “Je komt in een soort staat van ‘ik ben niets meer waard’, en het herstel staat dan geheel in het teken van het te boven komen van het label dat je krijgt. Het probleem is dat het geestelijke niet meetbaar is in het brein. Alles wat ons mens maakt, is onmeetbaar, zoals pijn, geluk, angst, verbinding. Daardoor is dit op de achtergrond geraakt. We vinden het brein leuker.”
Wat je eigenlijk wilt vaststellen, is dat we een complexe variëteit aan emoties hebben. We proberen een signaal te zien in de ruis om ons heen en al doende kunnen we veel emoties ervaren. Al deze mentale variaties, die we allemaal hebben, gebruiken we dagelijks om te ‘zijn’.
Mentaal lijden is contextueel
Als je mentaal lijden wilt diagnosticeren, dan dien je te accepteren dat het existentieel en contextueel is. Het voelt heel pijnlijk, maar je kunt het niet diagnosticeren. Veel lijden heeft te maken met:
- relaties (de sociale context)
- teruggaan naar je jeugd (trauma’s)
- somatische aspecten (het lichaam). Denk hierbij aan zaken als ‘het lichaam moet in de smaak vallen bij de ander’; ‘het niet accepteren van het eigen lichaam’ of er niet tevreden mee zijn.
- predispositie (vatbaarheid). De een reageert meer met angst op een context, de ander met schaamte, et cetera.
- lifestyle (wat doen we onszelf aan met betrekking tot zaken als voeding, bewegen)
Met bovenstaande factoren zijn we in onze gezondheidszorg vaak niet bezig. We willen eerst een diagnose. Jim pleit er dan ook voor om – wanneer iemand zich bij een arts of GGZ meldt met psychische klachten – te starten met een goed gesprek over de context. Op die manier kom je sneller uit bij het voeren van het juiste gesprek, is zijn devies.
Jim juicht het toe dat in de zorgvisie 2030 van de Patientenfederatie Nederland de visie ‘meer mens, minder patiënt’ centraal staat. “Ziek zijn is een subjectieve beleving die je kunt beïnvloeden in de relatie professional-patiënt door als arts meer mens te zijn. Die relatie heb je nodig om de ander te kunnen motiveren voor verandertrajecten. Lijdt iemand? Laat dan zien dat:
1. Er plek voor is en je het co-draagbaar maakt en
2. Er perspectief is en je samen een brug gaat bouwen over het lijden heen.
Lichter denken, sterker voelen
De huidige manier van ‘behandelen’ van psychisch lijden en ons huidige wereldbeeld op dat vlak hebben we achter ons te laten, gelooft Jim. Ons verbonden voelen is het meest zinvolle in het leven maar onze manier van benaderen en denken heeft dat verstoord en veroorzaakt zo veel mentaal leed.
De mentale gezondheid is een mentale ruimte die niet fysisch is. Je kunt deze niet meten. Het is een ruimte waar we een relatie met onszelf hebben of waar deze vorm krijgt. Het is een ruimte waar we ook contact hebben met de buitenwereld; verbindingen aangaan met de omgeving. En het is ook een ruimte waar we de relatie met ons lichaam aangaan. “Tussen deze drie dimensies (relatie met onszelf, verbindingen met de omgeving, en relatie met het lichaam) is er interactie en deze varieert. Dat gegeven zijn we de laatste jaren steeds serieuzer gaan nemen, ook in de wetenschap.”
Wat blijkt? Die mentale gezondheid en die patronen van interacties met onszelf, de ander, het lichaam plus de manier om het te ontstijgen en van een afstand ernaar te kijken; dat zijn de ingrediënten voor mentale gezondheid.
.
Met dank aan prof. dr. Jim van Os en Debby van Soest, de schrijfster van deze blog
De blog is geïnitieerd door Mind&Health
.
.
.
Heeft deze blog je getriggerd, lees dan het boek van prof. dr. Jim van Os: